Op de route van huis naar werk staan we bij een t-splitsing klaar om rechtsaf te slaan. Pien: "Nou gaan we rechts, hè mama?" Even later naderen we een bocht naar links.
"En nu, Pien, welke kant gaan we nu op?"
"Nu gaan we krom!"
In bad vertelt Pien: "Jeppe en papa hebben een piemeltje en Pien en mama niet."
"Dat klopt. Wat hebben Pien en mama dan?"
"Pien en mama hebben gewoon billen."
Het blijft even stil. Dan verzucht Pien met een verdrietig stemmetje: "Ik wil ook een piemeltje. Dat moeten we morgen even kopen bij de Appie-Appie."
De baby in mama's buik heeft inmiddels een naam. Hij heet Swiep. En Pien weet ook wanneer hij geboren wordt: "Als Jeppe en Pien heel goed eten dan worden wij groot en dan gaan we harder praten en dán komt Swiep uit de buik!"
Voor velen zal dit wellicht als een verrassing komen: Pien heeft ook een baby in haar buik! Een hele vervelende, zelfs. Regelmatig klaagt ze over buikpijn: "Mama, ik heb zo'n buikpijn want mijn baby schopt zo hard."
Ook Piens baby heeft al een naam: Poeta Pit.