Nooit een dag hetzelfde op de Berg. De ene dag een clown en een vlinder in huis, de dag daarop twee zieken thuis. Tussendoor wordt er genoten van een lekker verfrissende boswandeling en een bezoekje aan BroembroemThijs en Wendy.
Jeppe heeft het helemaal door: tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid verleden tijd. Hij gebruikt het allemaal netjes en bij voorkeur door elkaar. Als hij 's ochtends uit bed komt, constateert hij: "Ik sloepde de hele nacht!"
Pien ligt al in bed. Papa heeft een verhaaltje voorgelezen en mama komt nog even een knuffel geven.
Pien: "Mama, ik hou zo van Bethlehem."
Flinn wijst enthousiast naar Pien en roept: "Piej!" Kijkend naar een foto van Jeppe, zegt hij: "Puh!" En de tuta-auto heet 'taa'.