donderdag 17 maart 2016

Mijn lieve kleine jongen(s)

Flinn gaat slapen. Hij heeft al een geschikte droom in gedachten: over een grote vrachtwagen met kleine auto's erop. Dat wil hij iedere nacht als droom, en meestal voegt hij er aan toe dat hij die grote vrachtauto met apa Edouard gezien heeft.
Lonneke: "Ga je van de vrachtauto én van Apa dromen?"
Flinn: "Nee, niet van Apie. Want ik hou van vrachtwagens, maar niet van Apie. Maar ik vind Apie wèl lief."

Flinn heeft oorontsteking en moet daarvoor naar de huisarts. Pien en Jeppe hebben een dagje vrij van school en mogen dus mee. Vooraf wordt er uitgebreid overlegd wat zij aan de dokter zullen vragen.
Pien heeft in het verleden ook vaak oorontsteking gehad en had een half jaar geleden nog een klein gaatje in haar trommelvlies. Zij wil dus dat de dokter in haar oor kijkt: "Want als mijn oor dicht is, mag ik op zwemles!"
Jeppe wil ook dat de dokter naar hem kijkt: "Ja, want vanochtend werd ik wakker en toen had ik een oorinsteek! In twéé oren!!"

Flinn heeft een vriendinnetje op het kinderdagverblijf, Meia. Regelmatig vraagt hij thuis naar haar. Volgens haar moeder heeft Meia het ook vaak over Flinn. Ze noemt hem 'mijn lieve kleine jongen'. Ze spelen samen vadertje en moedertje, "en dan was ik de moeder en hij de vader en ik had bruin haar en mijn lieve kleine jongen had grijs haar."

We staan in de file. Het verkeer voor ons begint te rijden. Peter trekt ietwat hortend en stotend op. Flinn zit prinsheerlijk met een boek op schoot in zijn luie stoel op de achterbank: "Hé, beetje rustig, papa, zo kan ik niet lezen!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten