vrijdag 24 juli 2020

Corona-vrij

Toen de vakantie aanbrak, besloten de oudste drie te gaan snotteren. De richtlijn gebiedt ook bij milde klachten te testen, dus togen wij naar de teststraat in Urmond. Er was een aparte afdeling voor kinderen, dus reden wij lachend langs de file met wachtenden en werden we ontvangen in een keetje naast de twee opgestelde testtenten. Nog lachend om die man die zo met zijn neus wiebelde toen hij wegreed, lopen we de kinderkeet binnen. Twee vrolijke dames in witte pakken, met brillen en mondkapjes ontvangen ons met open armen, maar op gepaste afstand. Flinn neemt als eerste plaats. Bij Pien rollen de tranen over haar wangen. Niet van de verkoudheid, ook niet van angst, maar omdat Flinn precies zo met zijn neus wiebelt als de man waarom we eerder zo moesten lachen. Flinn hoeft niet lang te wachten op zijn revanche: Pien loopt rood aan als bij haar het stokje bijna helemaal in haar neus verdwijnt. We zijn even bang dat de vingers van de testmevrouw ook zullen verdwijnen, maar dat valt gelukkig mee. Jeppe, die zijn twee voorgangers met een steeds bleker toetje heeft gadegeslagen, kiest voor een veilige testplek: bij moeders op schoot. Ook hij houdt zich groot en verdient een dapperheidsdiploma. En omdat ze zo goed heeft toegekeken, mag ook Neeltje een sticker uitzoeken.

Dan begint het lange wachten, want na een test mag je, uit veiligheidsoverwegingen, tot de testuitslag, zo'n 48 uur later, je huis niet uit. We waren toch al niet van plan weg te gaan deze vakantie, dus thuiszitten, daar hadden we al op gerekend. Maar het voelt toch ineens een stuk minder leuk als het verplicht is. Gelukkig weet iedereen zich goed te vermaken: Pien leest in plaats van één, twee boeken uit op een dag, Jeppe maakt zijn vader helemaal in met het spelletje Beverbende, Flinn en Neeltje spelen afwisselend moeder en grootbroer met de poppen of racen met de auto's op de zelfgemaakte racebaan, en als het ze uitkomt, dan combineren ze dat. En ik? Ach, ik vermaak me ook best.

Flinn legt tot in detail uit wat een arena is. En het klopt woord-voor-woord. Als ik hem vraag hoe hij aan die kennis komt, haalt hij zijn schouders op: "Gewoon, wiskunde."

Fenna wordt drie en Neeltje kijkt al dagen uit naar het feestje. Ze is dol op Fenna, want "Fenna is mijn kleine zusje, toch, mama?" Ik leg uit dat dat niet helemaal klopt. Fenna is de dochter van mijn broer Matthijs, dus Neeltje is Fenna's grote nicht. Ze snapt het. "Ik ben de grote nicht van Fenna en Fenna is mijn kleindochter."

Flinn houdt zich zo af en toe bezig met de dood. "Mama, hoe is het eigenlijk om dood te zijn?" Ik leg uit dat niemand dat precies weet, want de doden kunnen het niet meer vertellen en mensen die nog kunnen praten zijn niet dood. Hij snapt het. "Ja, want als je dood bent, dan kan je soms je tong kwijt zijn en dan kan je niet meer praten."

maandag 6 april 2020

Thuiswerkweken


Er wordt door iedereen hard gewerkt. Stapels thuiswerk krijgen ze iedere week toegestuurd. Voor Pien is dat allemaal niet genoeg; zij wil meer. Dus schreef ze een verhaal:


Valk en Olifant
Het mysterie van rat.
Op een ochtend werd Valk wakker door een hevig trompetgeschal. Hij ging naar buiten om te kijken wat er gaande was. Olifant stond pal voor de deur te tetteren. “Wat doet dat hier voor mijn deur?” riep Valk naar  Olifant. Oefenen, was het antwoord van Olifant. “En van wie mocht dat dan?!” vroeg Valk. “Van degene die dit geschreven heeft,” antwoordde Olifant. En hij liet een briefje zien met een sierlijk handschrift erop.
Olifant krijgt van mij toestemming om te oefenen met zijn toeter waar hij maar wil.
Het hing op mijn deur,” zei Olifant. “Kom mee, Olifant,” zei Valk, Die ineens snapte wie dat briefje op Olifant zijn deur had geplakt. En zo liepen de twee vrienden naar het huis van Wasbeer. Wasbeer was net thee aan het drinken toen de twee aanbelden. Wasbeer deed open en Valk stormde naar binnen. “Kom, Olifant,” zei Valk - die al aan tafel was gaan zitten – en drink een kopje mee! Toen Olifant er ook bij zat begon de ondervraging. “Wasbeer,” begon Valk “heb jij toevallig dit briefje op de deur geplakt,”? vroeg Valk. En hij liet het briefje zien. “N…n…nee,” stotterde Wasbeer, want Valk klonk heel streng. “En nu de waarheid,” zei Valk. “Ja,” moest Wasbeer toegeven. Maar het was niet mijn idee! Het was het idee van Rat. Olifant schrok wakker, want die was ondertussen al in slaap gedommeld. “Dé Rat?” vroeg hij doodsbenauwd. “Ja, dé Rat,” antwoordde Wasbeer. Valk riep: “Maar dat is onmogelijk, die was toch dood?!”  “Nee hoor,” zei Wasbeer “dan is wat ze zeggen niet waar,”. “Wat is er dan gebeurd dat hij nog leeft?” vroeg Valk terwijl hij Olifant probeerde tot rust te maken.  “Heel lang geleden - toen zelfs jullie er nog niet waren – leefde hij wel al en hij had een liefhebbende moeder die niet wilde dat haar jongen ooit zal sterven, dus zorgde ze daar ook voor. Ze ging naar een bijzondere rivier met water dat ervoor zorgde dat je nooit zult sterven. Ze gooide hem erin en ving hem een eindje verder op,” Begon Wasbeer. “Hé dat is bijna hetzelfde verhaal als dat van Achilles!” riep Olifant. “Dat is ook zo,” zei Wasbeer “En zo gaat het ook verder,” “Dus er is hier een oorlog geweest?” vroeg Valk. “Yep,” antwoordde Wasbeer. “Wie tegen wie?” vroeg Olifant die er erg in geïnteresseerd was. Wasbeer antwoordde: “Adelaren tegen valken, olifanten neushoorns, ratten tegen muizen enzovoorts.”  Terwijl Wasbeer aan het vertellen was, merkten ze niet dat er iemand hen aan het bespioneren was. Plotseling hoorde ze een takje breken… “wat was dat!” riep Wasbeer geschrokken. “Kom mee, Olifant,” zei Valk “wij gaan dit uitzoeken!” “O nee, niet weer, Valk!” zei Olifant. “O jawel, jij komt mee!” riep een onbekende stem. “En wat was dat dan!?” riep Olifant doodsbenauwd. “Dat was ik,” zei Rat, die net uit het duister  liep. Hij zag er heel eng uit. Hij had grote klauwen en heel veel haar zoals je weleens in films ziet. “Nou Wasbeer, stel me eens voor, want dit is echt heel onbeleefd, zo horen broers zich niet te gedragen,” zei Rat. “Broers!?” riepen Valk en Olifant tegelijk. “Ja, heeft hij jullie dat nog niet verteld?” “Nou, nee,” zei Wasbeer beschaamd. “Hoezo niet, je kan ons vertrouwen!” riep Valk. “Ja, dat weet ik wel, maar ik dacht dat jullie me dan superveel vragen zouden stellen.” “Denken,, denken , denken.” Murmelde Valk. “Wij zouden dat nooit doen, toch Olifant?” vroeg valk aan Olifant. “Nee hoor,” antwoordde Olifant. “Maar eh, mysterie opgelost, toch?” zei Olifant, die het behoorlijk eng begon te vinden. “Nou, in principe wel, maar ik wil hier iets meer over weten,” zei Valk. “Hoeft niet, je weet alles al,” zei Rat. “O ja?” vroeg Valk. “Ja,” zei Wasbeer zenuwachtig en hij duwde ze het huis uit. “Nou ja zeg,” zei Valk. En hij liep weer naar zijn huis. “Toch wil ik hier iets meer over weten,” zei hij tegen niemand in het bijzonder.

zondag 9 februari 2020

Van de zomervakantie tot nu

De eerste selfie van Neeltje:

Neeltje: "Weet je?"
Wij: "Nee?"
Neeltje: "Nou oké, dan niet!"

De kinderen zijn dol op de natuur en leren er veel. Zo weten ze van het bestaan van de honingbij en de koolwitje, het aardhommel en de 'lilabel'. Dat ze zoveel weten blijkt wel als ze hun spel op de trampoline even staken omdat er een insect voorbij vliegt en ze in koor roepen: "Kijk! Een aardbij!"

De juf van het kinderdagverblijf is gestruikeld en heeft haar voet gebroken. Neeltje vindt er het hare van: "Jana, voet kapot, kan niet lopen, beetje dom, hè?!"

Flinn, met zijn loopfiets op weg naar de bessenstruiken, die dan nog bomvol hangen: "Ik ga op de brommer en Neeltje gaat op de voet."

Jeppe: "Ik had hem nog zo waargeschuwd!"

Ik behoed Jeppe voor iets doms. Niet lang daarna doet Flinn het, met huilen tot gevolg. Jeppe: "Soms kan je maar beter naar mama luisteren en beter even niet naar je eigen hersenen."

Flinn: "Wat was Matthijs ook alweer voordat hij een mens was? Killer clown?" Even later: "Oh, ik weet het weer: soldaat!"

Neeltje in de wind, slaat geschrokken haar handen op haar hoofd: "Mama, mijn háár!"

Neeltje staat op de rand van het zwembad, klaar om erin te springen: "Een... twee... drie... vier... vijf... zes... zeven... acht... negen... tien... elf... twaalf... dertien... veertien... elf... twaalf... dertien... veertien, GO!"

De zon schijnt op de trap. Flinn: "Moet je kijken wat een enórme zonnestraal!"

Flinn: "In het bos drijft groot gevaar!"

Als we Jeppe, na zijn eerste schooldag in groep 5, vragen hoe het was en of hij al iets nieuws gehad heeft, antwoordt hij: "Ja, heel leuk een ik heb ook al iets geleerd, maar nog niet genoeg, want ik moet morgen weer terugkomen."
Deze reactie is waarschijnlijk geïnspireerd door het moppenboek dat hij in de vakantie kreeg, vol moppen waarvan het merendeel alleen maar leuk is voor intelligente volwassenen zoals zijn ouders. Dat weerhield hem er niet van er iedere dag uitgebreid uit voor te lezen, meestal aan Flinn. Die laatste hoorde aan de intonatie dat de mop voorbij was een begin dan hartelijk te lachen, waarop Jeppe natuurlijk mee deed. Op mijn vraag of ze de mop wel begrepen hadden, is het antwoord  unaniem: "Nee."

Neeltje, in de vakantie duidelijk beïnvloed door haar grote zus en broers: "Hou je kop dan, papa! Kappen nou! Shut up!"

Andere Neeltje-juweeltjes:
Gaan we schoppekappen doen? (boodschappen)
Gaan we naar de toekanteek? (bibliotheek)
Mag ik op de kompoetoeter? (computer)

Neeltje is dol op kleuren, maar liever nog zit ze de hele dag haar potloden, stiften en pennen te schillen, dan wel te scheren (slijpen).

Scheren is een terugkerend thema in ons gezin, vooral als papa het een dag of twee niet heeft gedaan en dan een kusje geeft. Neeltje: "Papa, jij hebt kruis, dat prikt! Jij moet je kruis scheren!"

Jeppe ziet de slogan van een oudheidkundig museum: 'Het verleden laat je nooit meer los'.
"Ik vind dat zo'n mooie zin! Ik heb geen idee wat het betekent, maar ik vind het prachtig!"

Ik kom na een lange heuvel-op-fietstocht thuis. Neeltje kruipt op schoot en snuift eens diep: "Mama, je ruikt naar kippieflé!!" (kipfilet)

De kinderen groeien op in Limburg en of je het wil of niet, dat hoor je. Vooral bij Neeltje, die regelmatig de eind-t vergeet. Omdat wij er toch erg waarde aan hechten dat onze kinderen ABN spreken, verbeteren we haar regelmatig.
Neeltje: "Dâ paz ech nog."
Ik: "Wat zeg je?"
Neeltje: "Dâ paz ech nog."
Ik: "Wat zegt u?"
Neeltje: "Dâ paz ech nogT."

Nog een bewijs van haar Limburgerschap: Neeltje wil het liefst sjrwoip (stroop) op haar brood. Maar van de een op de andere dag vertikt ze het om het woord te gebruiken. Ook na enig aandringen, want stiekem vinden we het natuurlijk toch wel leuk, houdt ze vol: "Nee, dat kan ik niet. Dat kan ik pas weer als ik vier ben!"

Neeltje is net drie geworden, maar kijkt graag vooruit: "Als ik vier ben dan komt Sinterklaas weer en dan mag ik naar school, naar de Elsa-Anna-school!"

Die sinterklaasstemming zit er bij haar nog steeds in. Van achterop de fiets, vanuit bed, regelmatig klinkt het:
"Ik zie ginds komt de stomboot uit Spanje weer aan
Hij brengt ons Sint Micolaas ik zie hem al staan
Hoe huppelt zijn paardje, hij dek op en neer..."
En daar laten wij het verbeteren van die eind-t maar even achterwege...

Neeltje legt nog maar weer eens uit: "Als ik vier ben dan mag ik naar school en als ik drie ben dan mag ik in de ach(t)baan en dan krijg ik een pino zoals Flinn en Jeppe en dan kan ik op de wc plassen met mijn pino."

Inmiddels is ze zindelijk en mag ze in een groot bed slapen. Ze heeft een dekbedovertrek met Minnie Mouse, maar dat moet uiteraard zo nu en dan eens in de was. Als ze bij het naar bed gaan ziet dat er een ander dekbedovertrek op ligt, is ze zichtbaar teleurgesteld: "Hé, waar is mijn dekbed met Pikkie Langkous?!"

Niet alleen zijn ze behept met een Limburgs accent, ook zijn ze geen van allen rijkelijk bedeeld met lengte-genen. Ik troost Jeppe met iets wat de arts op het consultatiebureau ooit tegen mij zei: sommige kinderen steken veel energie in groeien, anderen in de ontwikkeling van hun hersenen. Jeppe denkt even na en concludeert dan: "Dus ik ben al slim en word nu steeds langer, en die lange kinderen worden straks steeds slimmer en daarna steeds kleiner?!"

Jeppe heeft een losse tand en dat levert het nodige drama op, want zo kan hij écht niet eten. Door zijn tranen heen verzoekt hij: "Ik wil dat papa weer zijn trucje doet van mijn tand uittrekken en tegelijkertijd in mijn billen knijpen."

De achteringang van de school ligt aan de Pastoorslaan. Pien: "Hé, we mogen de pastoor slaan!"

Zomervakantie in Denemarken

De zomervakantie is alweer héél lang geleden. Maar gelukkig hebben we de foto's nog.

maandag 12 augustus 2019

Tweede kwartaal van 2019

De frequentie is afgenomen, maar de hoeveelheid avonturen (en foto's) is er niet minder om. Prinsessen die paaseieren zoeken, schilderende trompettisten, dansende vrienden, en jongens met gaten in hun gebit en staarten op hun hoofd.
De zomervakantie begon met twee weken heel vroeg opstaan: iedere ochtend om zes uur eruit, om vervolgens van zeven tot tien in het zwembad te oefenen, oefenen, oefenen. Met als resultaat: zwemdiploma A voor Flinn, zwemdiploma B voor Pien, en zwemdiploma A én B voor Jeppe!

vrijdag 1 maart 2019

Van kerst tot carnaval

We hebben een hoop in te halen. Van kerstdiner tot nieuwjaarsdans. Van dierentuinbezoek tot Kasteel Hoensbroek. Van zingen, drummen en toeteren, tot lallen bij het carnavallen.



Jeppe en Flinn weten wel waar de baby's vandaan komen.
Jeppe: "Dan gaan een papa en een mama knuffelen."
Flinn: "Ja, en dan komen de zeldzamen en die gaan dan naar de eierzaal."
Jeppe: "Ja Pien, bij jou ging dat zo, dus jij bent heel zeldzaam!"

Jeppe vertelt een onwaarheid. Ik spreek hem daarop aan, waarop hij zegt: "Daar kan ik niks aan doen, mama, dat doen mijn hersenen!"

Flinn houdt echt heel veel van zijn moeder. Dat toont hij door op het schoolbord in de keuken twee harkenpoppetjes te tekenen met een hartje erbij: "Kijk, dit ben ik en dit ben jij, mama, en dit hartje is erbij, want ik ben I love you op jou!"
De volgende dag zeg ik iets wat hem niet zint. Stampvoetend loopt hij naar het bord, pakt de borstel en veegt de tekening uit.
Duidelijk.

Flinn speelt met zijn auto's: "Volle gasten vooruit!"

We lopen langs een overdadig versierde kersttuin. Er hangen lampjes in verschillende struiken en bomen, er staat een treintje met verschillend gekleurde kerstlichtjes, zes engelenbeelden toeteren zich een slag in de rondte om een uit lampjes geconstrueerde kerstboom en er schommelt een grote, dikke kerstman in een opgeschoren kerstboom, met boven zijn hoofd een tiental enorme kerstballen. Flinn: "Kijk, daar hangt een kerstman met glazen ballen!"

Wat mensen zoal niet weggooien, of verliezen... Flinn vindt een tampon: "Wat is dat, mama? Is dat een bom?"

Flinn en Jeppe spelen het kerstverhaal. Flinn: "En ik was hier, ik was Maria. En toen kwam jij naar de geboortenis kijken."

Jeppe: "Sinterklaas doet cadeaus in onze schoen, maar de kerstman bestaat niet. Dat zijn gewoon je ouders die cadeautjes in je schoen doen."
Flinn: "Ja, net als Pasen!"

zondag 16 december 2018

Neeltje en Jeppe en Sinterklaas waren jarig


Pien zingt een sinterklaasliedje:
Sinterklaas kapoentje, geef me een miljoentje,
Zet het op mijn rekening, dan krijgt u een tekening

Flinn kent dat liedje ook:
Sinterklaas kapoentje, geef me een meloentje,
Leg 'm op mijn rekening, dan krijgt u een tekening


De spoorbomen gaan dicht. De wedstrijd bestaat dan uit het voorspellen van welke kant de trein komt. Flinn: "Ik twijfel."
Jeppe: "Ik twijfel tussen links."

De school is zeer vooruitstrevend. Men werkt met een electronisch portfolio dat drie keer per jaar door de kinderen zelf, in aanwezigheid van de leerkracht, met de ouders besproken wordt. Flinn begint wat aarzelend aan zijn gesprek - best eng, zo tegenover drie volwassenen die aan je lippen hangen. Maar hij krijgt de smaak te pakken en de volgende ochtend verzucht hij: "Mama, ik zou best wel weer eens een portfoliogesprek willen houden!"

We hebben heerlijk gedineerd bij Marleen en Edouard en, met dank aan de afwasmachine, vertrekken direct na het eten naar huis. Onderweg komen we langs het MVV stadion waar de lichten aan zijn en de grote gele M staat te schijnen. Jeppe: "Mogen we naar de McDonalds en voetbal kijken?"
Hij legt uit: "Want ik ben nog nooit naar het voetbal wezen kijken en ik ben toch al bijna zeven!"
Peter: "Ik ook niet, en ik ben al vijftig!"
Neeltje: "Ikke wel!"

Het is een feestmaand in huize op de Berg. Sinterklaas mikt zo af en toe een pepernoot in een schoen, en dan zijn er nog al die verjaardagen. Op 27 november wordt Neeltje twee, op de 28ste wordt Jeppe zeven. Op de ochtend van 29 november is Flinn er als de kippen bij: "Vandaag ben ik jarig. Ik word zes. Dat vind ik wel tijd."

Jeppe en Flinn spelen met hun draken van Lego. Er wordt flink gevochten. Flinn: "Deze vloog echt letterlijk zo door de lucht, hè?! Let-ter-lijk!"

Flinn wil heel graag op drumles. Als we Pien wegbrengen naar een harmonie-uitje, benadert hij de voorzitter: "Mag ik ú wat vragen?"
Hij wordt meegeloodst naar de dirigent van de slagwerkdivisie. Ze kletsen wat en na een paar minuten komt hij vol trots mijn kant op: "Ik mag!"
Ik vraag hem wat er besproken is.
Flinn: "Nou, ze vroeg hoe oud ik was en toen zei ik vijf en toen vroeg ze of ik wist wat links en rechts was en toen zei ik ja en toen zei ze dat ik op drummen mocht."
Ik complimenteer hem met zijn succesverhaal, maar wil toch even checken: "Wat is links?"
Vol overtuiging steekt Flinn zijn rechterhand uit.
Ik: "Dat klopt niet helemaal..."
Flinn, steekt snel zijn linkerhand uit: "Oh, dan deze!"

Neeltje weet niet beter of haar broers en zus heten Tien, Teppe en Tinn. Maar ze gaat steeds beter praten en langzaam maar zeker krijgt iedere naam een eigen karakter. We oefenen even aan tafel. Wijzend op Pien vragen we: "Wie is dat?"
Neeltje: "Pien!"
De volgende, wie is dat?
Neeljte: "Fffflinn!"
Jeppe heeft de tafel even verlaten, maar dat weerhoudt Flinn er niet van om hem ook in het spel te betrekken: "En Neeltje, wie is Jeppe?"

maandag 10 december 2018

Van alweer een tijd geleden

Een paar ouwetjes, nog even snel voordat de Sinterklaasfoto's erop komen!

dinsdag 6 november 2018

Echte liefde

We zijn geïnteresseerd in het sociale netwerk van Flinn en vragen hem met wie hij graag speelt. Finn, een nogal opdringerig mannetje, is inmiddels niet meer zijn beste vriend, Thimo staat nog steeds hoog op de ranglijst, en Enzo, een interessant jongetje want nagenoeg blind, is met stip de top 3 binnengekomen.
Flinn: "Ik ben eigenlijk een beetje verliefd op Enzo."
Jeppe: "Dat kan niet! Want jullie zijn allebei jongens!"
Zowel Pien als Flinn reageert verontwaardigd: "Dat kan best!"
Flinn vult aan: "Dan kan je alleen geen kindjes krijgen en word je niet rijk."
Dat eerste snappen we, maar deel twee van zijn redenering moet hij toch even toelichten.
Flinn: "Nou, kinderen zijn toch schatten?! Dat zegt mama altijd!"

maandag 5 november 2018

Lekker zingen

Als Flinn ergens plezier in heeft, is het in zingen en muziek maken. Het enthousiasme straalt van hem af!